Vijf jaar geleden trof Marlies de twee onthoofde mannen aan in de natte bodem van Leeuwarden. In de Droevendal werden die ochtend oude kabels verwijderd door arbeiders. Tot hun schrik vonden zij de kabels tussen drie lagen opgestapelde grafkisten. Destijds is er door de gravende instantie een melding gemaakt en zijn er acheologen ter plaatse gekomen. Een deel van deze grafresten kon daardoor worden opgegraven en onderzocht. Het andere deel is onaangeraakt gebleven.
Klooster met kerkhof
De graven werden gelinkt aan het voormalige franciscaner klooster Galilea, dat tussen 1500 en 1580 in de binnenstad in gebruik was. Hoewel het kerkhof voornamelijk voor monniken en priesters was is het niet opmerkelijk dat er ook burgers begraven lagen. Voor burgers was dit een geruststellende gedachte. Aan het einde van de 16e eeuw lag hier ook een misdadigerskerkhof. Tot nog toe was de locatie onbekend, maar inmiddels blijkt dat deze begraafplaatsen elkaar overlapten.
Misdadigers tussen gewone graven
Verrassend genoeg werd ontdekt dat er tussen deze graven misdadigers lagen. In twee van de grafkisten lag het hoofd bij het voeteneinde - en dat is geen toeval. Het duidt op een onthoofding. Nader onderzoek liet zien dat de onthoofding zeer precies is uitgevoerd. De nek is opvallend netjes doorgehakt, net onder het achterhoofd. De wervellichamen zelf zijn niet doorgehakt. Bij één van de mannen werd zelfs het moordwapen, een mes gevonden met een 16,5 cm lang lemmet. Vermoedelijk dateren de beenderen tussen 1450 en 1625.
Wie waren zij?
Een groep geïnteresseerden doken de geschiedenis in en gingen op zoek naar veroordeelde misdadigers. De gevonden man zou Cornelis Adriaansz. Cuijck kunnen zijn. Hij werd in 1619 veroordeeld voor de moord op heer Anthonius van Aylva.
Binnenkort te zien
Vanaf 19 oktober kun je de beenderen bekijken in de nieuwe expositie Misdaad en Straf in het Historisch Centrum Leeuwarden. De expositie werpt een licht op zowel recente als historische misdrijven van Leeuwarden.
Bekijk ook:
Foto 1 door Niels Westra